Een vrouw is nooit je makker

Een vrouw is nooit je makker
Een vrouw is nooit je vrind
Word je 's morgens wakker
Wat je naast je vindt?
Een wezen, waar je eigenlijk niks van weet
Een wezen van een andere planeet

Als je denkt: "Nu ken ik haar
Nu ben ik een end op streek"
Loop je blijkbaar met je groffe poten
Op haar schone bleek
Want ze snikt: "Je hebt me
Op m'n ziel getrapt"
En jij zegt maar: "Het spijt me"
Hoewel je er niks van snapt

Een vrouw is nooit je makker
Een vrouw is nooit je vrind
Word je 's morgens wakker
Wat je naast je vindt?
Een wezen van een andere planeet
Om mee te leven?
Wie weet