De winkel

En er was niemand in de winkel
Iedereen was naar 't strand
En ze droeg een witte jasschort
Een dunne witte jasschort
En ze droeg een witte jasschort
Over ondergoed met kant



En er was niemand in de winkel
En ze geurde naar jasmijn
Toen ze op hem af kwam lopen
En 'm vroeg wat 't mocht zijn
Er was niemand in de winkel
En ze vroeg wat 't mocht zijn
En hij wou een mooie diepvrieskip
Een niet te groot maar ook weer niet te klein



En er was niemand in de winkel
Niemand anders dan zij twee
Toen ze naar de diepvries liepen
Samen naar de diepvries liepen
Toen ze naar de diepvries liepen
Zij voorop, hij met haar mee
En er was niemand in de winkel
Toen ze zich voorover boog
En na wat rommelen en zoeken
Kwam ze met een kalkoen omhoog



Er was niemand in de winkel
En ze zei "er is geen kip"
Iedereen is naar 't strand toe
En hij knikte vol begrip
En er was niemand in de winkel
En ze gaf hem zijn kalkoen
En hij nam haar in z'n armen
In z'n grote, sterke armen
En hij nam haar in z'n armen
En ze wist wat hij ging doen



En er was niemand in de winkel
En ze gleden op de grond
En ze zochten met hun handen
En ze vonden met hun mond
Er was niemand in de winkel
Iedereen was naar 't strand
En ze droeg alleen een jasschort
Over ondergoed met kant
En er was niemand in de winkel
En ze geurde naar jasmijn